Innovatie & Impact Medische thuisdoos
Innovatie & Impact Medische thuisdoos
Het werd alsmaar drukker op de cardiopoli van het Leidse Universitair Medisch Centrum (LUMC), merkte interventiecardioloog prof.dr. Douwe Atsma zo’n tien jaar geleden. Hij zag een carrousel van wat hij noemt ‘aanbodgedreven’ aanpak: patiënten hebben een afspraak voor een periodieke controle, de behandelend arts constateert in de meeste gevallen dat meneer of mevrouw stabiel is en dat de ingezette behandeling wordt voortgezet.
Tot de volgende keer maar weer. Kan dit ook anders, begon Atsma zich af te vragen. “Bijvoorbeeld door mensen alleen te laten komen als er aanleiding voor is, en vooral niet als er geen aanleiding is. Dat was de achterliggende gedachte, en die hebben we uitgewerkt tot wat we nu kennen als The Box.” Hoewel videobellen destijds nog niet zo gewoon was als nu, stelden Atsma en zijn team zich ten doel om de helft van de patiëntencontacten anders te doen dan ze op de polikliniek laten komen. De keus viel op mensen met een acuut hartinfarct als eerste patiëntengroep. Deze patiënten worden meestal gedotterd en daarna een jaar in de gaten gehouden met vier bezoeken aan het ziekenhuis.
Het werd alsmaar drukker op de cardiopoli van het Leidse Universitair Medisch Centrum (LUMC), merkte interventiecardioloog prof.dr. Douwe Atsma zo’n tien jaar geleden. Hij zag een carrousel van wat hij noemt ‘aanbodgedreven’ aanpak: patiënten hebben een afspraak voor een periodieke controle, de behandelend arts constateert in de meeste gevallen dat meneer of mevrouw stabiel is en dat de ingezette behandeling wordt voortgezet. Tot de volgende keer maar weer. Kan dit ook anders, begon Atsma zich af te vragen. “Bijvoorbeeld door mensen alleen te laten komen als er aanleiding voor is, en vooral niet als er geen aanleiding is. Dat was de achterliggende gedachte, en die hebben we uitgewerkt tot wat we nu kennen als The Box.” Hoewel videobellen destijds nog niet zo gewoon was als nu, stelden Atsma en zijn team zich ten doel om de helft van de patiëntencontacten anders te doen dan ze op de polikliniek laten komen. De keus viel op mensen met een acuut hartinfarct als eerste patiëntengroep. Deze patiënten worden meestal gedotterd en daarna een jaar in de gaten gehouden met vier bezoeken aan het ziekenhuis.
Atsma: “In plaats van vier keer op controle, wilden we toe naar twee keer en daarnaast twee keer contact via videobellen. Ook het ECG meten wilden we op afstand doen. Daar hebben we apparaatjes bij gezocht en dat werd het project waar we The Box hebben geïntroduceerd. Eerst via een pilot, vervolgens hebben we een gerandomiseerde studie gedaan: honderd mensen met The Box, honderd mensen zonder.” The Box is een doos die voor deze toepassing is gevuld met een weegschaal, hartritmemeter, stappenteller, thermometer en een bloeddrukmeter. De patiënt voert, na instructie, thuis zelf metingen uit en stuurt die met de LUMC Care App naar het ziekenhuis. Hier komen ze terecht in een beveiligd patiëntendossier. Uit het gebruikersonderzoek bleek dat mensen het niet erg vonden om zelf metingen uit te voeren en de dokter minder vaak te zien. De gezondheid, afgemeten aan bloeddruk en lichaamsgewicht, was bij mensen die The Box gebruikten tenminste even goed als bij de controlegroep en de behandeling was iets goedkoper, vertelt Atsma.
‘Hoe persoonlijker de app, hoe groter de kans dat de gebruiker zich eraan hecht’
Atsma: “In plaats van vier keer op controle, wilden we toe naar twee keer en daarnaast twee keer contact via videobellen. Ook het ECG meten wilden we op afstand doen. Daar hebben we apparaatjes bij gezocht en dat werd het project waar we The Box hebben geïntroduceerd. Eerst via een pilot, vervolgens hebben we een gerandomiseerde studie gedaan: honderd mensen met The Box, honderd mensen zonder.” The Box is een doos die voor deze toepassing is gevuld met een weegschaal, hartritmemeter, stappenteller, thermometer en een bloeddrukmeter. De patiënt voert, na instructie, thuis zelf metingen uit en stuurt die met de LUMC Care App naar het ziekenhuis. Hier komen ze terecht in een beveiligd patiëntendossier. Uit het gebruikersonderzoek bleek dat mensen het niet erg vonden om zelf metingen uit te voeren en de dokter minder vaak te zien. De gezondheid, afgemeten aan bloeddruk en lichaamsgewicht, was bij mensen die The Box gebruikten tenminste even goed als bij de controlegroep en de behandeling was iets goedkoper, vertelt Atsma.
‘Hoe persoonlijker de app, hoe groter de kans dat de gebruiker zich eraan hecht’
Sindsdien heeft de ontwikkeling van The Box in het LUMC , in samenwerking met het Netherlands eHealth Living Lab, een flinke vlucht genomen. Er zijn intussen zo’n dertig verschillende dozen ontwikkeld voor uiteenlopende aandoeningen als diabetes, beroerte of hartfalen. Ook worden patiënten voor en na een operatie vanuit huis begeleid (perioperatieve zorg) of kunnen ze thuis intensive care ondergaan. Uitgave en inname van de dozen gebeuren in het LUMC Box Office waar verpleegkundigen en technici aanwezig zijn om patiënten vertrouwd te maken met de apparatuur. Cardioloog Atsma zegt trots en tevreden te zijn met het resultaat, maar hij heeft meer plannen. Zijn doel is om de helft van de ziekenhuiszorg naar thuis te verplaatsen. In het verlengde daarvan ligt een belangrijker doel: mensen zelf regie te laten nemen voor hun gezondheid. “Eén keer in de week meten we de bloeddruk”, zegt Atsma dan tegen zijn patiënt. “’Als u de smartwatch draagt hoeft u verder niets te doen. En een keer per week gaat u op de weegschaal staan.’ Zij weten dat ik dat kan zien. Ik heb mooie voorbeelden van mensen die zich door een kort mailtje beter aan de afspraken houden. ‘Goed bezig!’, mail ik dan ‘Lukt het nog om…?’ Door die kleine dingetjes blijven mensen beter bij de les.”
Intussen werkte prof.dr.ir. Maaike Kleinsmann (faculteit Industrieel Ontwerpen, IO) in Delft aan een verwant onderwerp: digitale transformatie in de zorg. Haar drijfveer is om, samen met heel verschillende disciplines, te proberen een bestaand systeem te verbeteren. Als directeur van het Cardiolab (onderdeel van de Delft Design labs) werkte ze samen met de Hartstichting en Philips aan manieren om mensen met een hoog risico op hartaandoeningen een gezondere leefstijl bij te brengen. Zo’n vijf jaar geleden kwam ze in dat kader bij Atsma langs. “Het eerste wat Douwe Atsma na onze presentatie zei was: ‘jullie geven woorden aan wat ik al jaren probeer te doen’,” herinnert Kleinsmann zich. “Dat vond ik mooi om te horen, omdat dit raakvlakken gaf om samen onderzoek te gaan doen.” Nu biedt Medical Delta – het samenwerkingsverband tussen TU Delft, LUMC en Erasmus MC – de mogelijkheid van dubbelaanstellingen waardoor onderzoek en klinische toepassingen hand in hand gaan. Zo heeft Atsma een Medical Delta-aanstelling bij de TU Delft en is Kleinsmann op haar beurt Medical Delta hoogleraar ontwerp voor digitale transformatie aan het LUMC.
Sindsdien heeft de ontwikkeling van The Box in het LUMC , in samenwerking met het Netherlands eHealth Living Lab, een flinke vlucht genomen. Er zijn intussen zo’n dertig verschillende dozen ontwikkeld voor uiteenlopende aandoeningen als diabetes, beroerte of hartfalen. Ook worden patiënten voor en na een operatie vanuit huis begeleid (perioperatieve zorg) of kunnen ze thuis intensive care ondergaan. Uitgave en inname van de dozen gebeuren in het LUMC Box Office waar verpleegkundigen en technici aanwezig zijn om patiënten vertrouwd te maken met de apparatuur. Cardioloog Atsma zegt trots en tevreden te zijn met het resultaat, maar hij heeft meer plannen. Zijn doel is om de helft van de ziekenhuiszorg naar thuis te verplaatsen. In het verlengde daarvan ligt een belangrijker doel: mensen zelf regie te laten nemen voor hun gezondheid. “Eén keer in de week meten we de bloeddruk”, zegt Atsma dan tegen zijn patiënt. “’Als u de smartwatch draagt hoeft u verder niets te doen. En een keer per week gaat u op de weegschaal staan.’ Zij weten dat ik dat kan zien. Ik heb mooie voorbeelden van mensen die zich door een kort mailtje beter aan de afspraken houden. ‘Goed bezig!’, mail ik dan ‘Lukt het nog om…?’ Door die kleine dingetjes blijven mensen beter bij de les.”
Intussen werkte prof.dr.ir. Maaike Kleinsmann (faculteit Industrieel Ontwerpen, IO) in Delft aan een verwant onderwerp: digitale transformatie in de zorg. Haar drijfveer is om, samen met heel verschillende disciplines, te proberen een bestaand systeem te verbeteren. Als directeur van het Cardiolab (onderdeel van de Delft Design labs) werkte ze samen met de Hartstichting en Philips aan manieren om mensen met een hoog risico op hartaandoeningen een gezondere leefstijl bij te brengen. Zo’n vijf jaar geleden kwam ze in dat kader bij Atsma langs. “Het eerste wat Douwe Atsma na onze presentatie zei was: ‘jullie geven woorden aan wat ik al jaren probeer te doen’,” herinnert Kleinsmann zich. “Dat vond ik mooi om te horen, omdat dit raakvlakken gaf om samen onderzoek te gaan doen.” Nu biedt Medical Delta – het samenwerkingsverband tussen TU Delft, LUMC en Erasmus MC – de mogelijkheid van dubbelaanstellingen waardoor onderzoek en klinische toepassingen hand in hand gaan. Zo heeft Atsma een Medical Delta-aanstelling bij de TU Delft en is Kleinsmann op haar beurt Medical Delta hoogleraar ontwerp voor digitale transformatie aan het LUMC.
De effectiviteit van The Box staat of valt met hoe trouw patiënten hun metingen doen en doorgeven. Hoe kun je patiënten optimaal motiveren hun metingen te doen en door te geven? Hoogleraar human-centered design prof.dr.ir. Alessandro Bozzon (IO) ontwikkelt daarvoor kunstmatige intelligentie (AI). “Gebruikerstrouw neemt toe met de resonantie tussen de app en de gebruikers”, vertelt hij. Ofwel: hoe persoonlijker de app voelt, hoe groter de kans dat de gebruiker zich eraan hecht. Een AI-applicatie verzamelt daarom zoveel mogelijk informatie over de gebruiker om een persoonlijke terugkoppeling te kunnen geven. “Als de app adviseert om een rondje door het park te lopen maar er is helemaal geen park in de buurt, dan maakt dat een domme indruk”, geeft hij als voorbeeld. Hij benadrukt dat de privacy van de gebruiker gerespecteerd wordt. Ook kan AI metingen van de patiënt interpreteren. Dat begint met de identificatie van uitschieters in bloeddruk of suikerspiegel. Maar naarmate er meer data binnenkomen, verbetert de interpretatie van variaties doordat AI-modellen meer ervaring opdoen. “Een AI-model is niet statisch” zegt Bozzon. “Het is een algoritme dat evolueert.”
Hoe staat het met de ervaring van systemen voor zorg op afstand? Daar deed promovenda Valeria Pannunzio (IO) onderzoek naar. Ze analyseerde meer dan duizend artikelen over ervaringen van patiënten en staf met eHealth-systemen. Daarbij ging er maar één artikel over kostenbesparing (die op 10 tot 20 procent werd geschat). Belangrijker is de veiligheid van de systemen (een patiënt overleed thuis twee weken na een operatie door een lekkage) en de acceptatie. “Als de technologie niet goed in de manier van werken past, dan werkt het contraproductief”, ontdekte Pannunzio. “Dan nemen verpleegsters ontslag omdat ze hun baan niet meer leuk vinden.” Kortom, medewerkers moeten erin geloven. “Dat The Box nu in het LUMC goed aanslaat, betekent nog niet dat het overal hetzelfde werkt”, waarschuwt Pannunzio. “Ieder ziekenhuis zal zijn eigen aanpassingen willen maken”, verwacht ze.
De effectiviteit van The Box staat of valt met hoe trouw patiënten hun metingen doen en doorgeven. Hoe kun je patiënten optimaal motiveren hun metingen te doen en door te geven? Hoogleraar human-centered design prof.dr.ir. Alessandro Bozzon (IO) ontwikkelt daarvoor kunstmatige intelligentie (AI). “Gebruikerstrouw neemt toe met de resonantie tussen de app en de gebruikers”, vertelt hij. Ofwel: hoe persoonlijker de app voelt, hoe groter de kans dat de gebruiker zich eraan hecht. Een AI-applicatie verzamelt daarom zoveel mogelijk informatie over de gebruiker om een persoonlijke terugkoppeling te kunnen geven. “Als de app adviseert om een rondje door het park te lopen maar er is helemaal geen park in de buurt, dan maakt dat een domme indruk”, geeft hij als voorbeeld. Hij benadrukt dat de privacy van de gebruiker gerespecteerd wordt. Ook kan AI metingen van de patiënt interpreteren. Dat begint met de identificatie van uitschieters in bloeddruk of suikerspiegel. Maar naarmate er meer data binnenkomen, verbetert de interpretatie van variaties doordat AI-modellen meer ervaring opdoen. “Een AI-model is niet statisch” zegt Bozzon. “Het is een algoritme dat evolueert.”
Hoe staat het met de ervaring van systemen voor zorg op afstand? Daar deed promovenda Valeria Pannunzio (IO) onderzoek naar. Ze analyseerde meer dan duizend artikelen over ervaringen van patiënten en staf met eHealth-systemen. Daarbij ging er maar één artikel over kostenbesparing (die op 10 tot 20 procent werd geschat). Belangrijker is de veiligheid van de systemen (een patiënt overleed thuis twee weken na een operatie door een lekkage) en de acceptatie. “Als de technologie niet goed in de manier van werken past, dan werkt het contraproductief”, ontdekte Pannunzio. “Dan nemen verpleegsters ontslag omdat ze hun baan niet meer leuk vinden.” Kortom, medewerkers moeten erin geloven. “Dat The Box nu in het LUMC goed aanslaat, betekent nog niet dat het overal hetzelfde werkt”, waarschuwt Pannunzio. “Ieder ziekenhuis zal zijn eigen aanpassingen willen maken”, verwacht ze.