The Challenge Zorg en digitalisering
De zorg is overbelast: de vraag naar zorg is groter dan het aanbod van zorgverleners aankan. Digitale technologie zou kunnen helpen om die druk te verminderen. Maar hoe dan? Een gesprek tussen TU-hoogleraar Maaike Kleinsmann en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers.
The Challenge Zorg en digitalisering
De zorg is overbelast: de vraag naar zorg is groter dan het aanbod van zorgverleners aankan. Digitale technologie zou kunnen helpen om die druk te verminderen. Maar hoe dan? Een gesprek tussen TU-hoogleraar Maaike Kleinsmann en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers.
Kleinsmann “Ik doe veel onderzoek op het gebied van Remote Patient Management. Ofwel: hoe kun je zorg in het ziekenhuis verbinden met zorg op afstand thuis? Een van de manieren waarop dat kan, is met de box (Dokter uit de doos). Dat is een mooi concept, omdat het heel simpel is. Zo’n box bevat technologie die de patiënt zowel in het ziekenhuis als thuis kan gebruiken. We kunnen routinecontroles gedeeltelijk door patiënten zelf laten doen en zorgverleners hoeven zich alleen nog maar met de patiënten bezig te houden waar het niet zo lekker mee gaat. Als we dit concept kunnen opschalen, kunnen we de werkdruk in de zorg gigantisch verminderen.”
Kuipers “Ik onderschrijf dat voorbeeld helemaal. De technologische mogelijkheden zijn fenomenaal. Maar als je de druk op de zorg wil verminderen, begin dan eerst met de kwaliteit van de zorg. Begin met patiënten zelf, om hen veel beter geïnformeerd te laten zijn over hun gezondheid, zo nodig op een dagelijkse basis. Dan zijn ze veel zelfredzamer en minder afhankelijk van hun zorgprofessional. Onlangs sprak ik iemand met diabetes. Hij had een sensor op de arm die continu de suiker meet, zodat hij geen internist, diabetoloog of iemand anders nodig heeft om zijn bloedsuikerspiegel te meten. Dat helpt hem om de kwaliteit van zijn zorg te verbeteren. Uiteindelijk helpt dat ook om de druk op de zorg te verminderen: door bepaalde dingen te voorkomen en vroeg te signaleren heb je minder medische hulp nodig.”
‘Ik zie de sociale veranderopgave in de zorg als een even grote opgave als de technologische’
Kleinsmann “Ik doe veel onderzoek op het gebied van Remote Patient Management. Ofwel: hoe kun je zorg in het ziekenhuis verbinden met zorg op afstand thuis? Een van de manieren waarop dat kan, is met de box (Dokter uit de doos). Dat is een mooi concept, omdat het heel simpel is. Zo’n box bevat technologie die de patiënt zowel in het ziekenhuis als thuis kan gebruiken. We kunnen routinecontroles gedeeltelijk door patiënten zelf laten doen en zorgverleners hoeven zich alleen nog maar met de patiënten bezig te houden waar het niet zo lekker mee gaat. Als we dit concept kunnen opschalen, kunnen we de werkdruk in de zorg gigantisch verminderen.”
Kuipers “Ik onderschrijf dat voorbeeld helemaal. De technologische mogelijkheden zijn fenomenaal. Maar als je de druk op de zorg wil verminderen, begin dan eerst met de kwaliteit van de zorg. Begin met patiënten zelf, om hen veel beter geïnformeerd te laten zijn over hun gezondheid, zo nodig op een dagelijkse basis. Dan zijn ze veel zelfredzamer en minder afhankelijk van hun zorgprofessional. Onlangs sprak ik iemand met diabetes. Hij had een sensor op de arm die continu de suiker meet, zodat hij geen internist, diabetoloog of iemand anders nodig heeft om zijn bloedsuikerspiegel te meten. Dat helpt hem om de kwaliteit van zijn zorg te verbeteren. Uiteindelijk helpt dat ook om de druk op de zorg te verminderen: door bepaalde dingen te voorkomen en vroeg te signaleren heb je minder medische hulp nodig.”
‘Ik zie de sociale veranderopgave in de zorg als een even grote opgave als de technologische’
Kuipers “Zeker. Er zijn ontzettend veel manieren. Even voor het idee, de zorg is tot op de dag van vandaag zeer arbeidsintensief. Het aantal mensen dat een zorgvraag heeft is in de loop der jaren steeds verder gestegen. We leven langer en er zijn dus ook steeds meer mensen met een langdurige ziekte. Het aantal mensen dat in de zorg werkt is ook gestaag gegroeid. Op dit moment werken ongeveer 1 op de 6 mensen met een baan in Nederland in de zorg. Als we zo doorgaan, zou dat in 2040 maar liefst 1 op de 4 mensen moeten zijn. Dat gaat niet, dus met dezelfde hoeveelheid mensen die we nu hebben moeten we meer zorg gaan leveren en daarnaast meer aan preventie doen. Een andere manier om de druk te verlagen is om regionale zorgcoördinatiecentra in te zetten. Dat zijn een soort verkeerscentra waar realtime en continu overzicht is van de beschikbare zorgcapaciteit. Hoe druk is het op de huisartsenpost? Hoeveel bedden hebben we? Hoeveel hebben we beschikbaar in het verpleeghuis? Hoeveel in het ziekenhuis? Hoe druk is het op de spoedeisende hulp? Waar zijn de ambulances? Daarmee krijg je een overzicht en kun je zorgen dat mensen zoveel mogelijk direct worden geholpen door de juiste professional. In plaats van dat ze eerst naar de spoedeisende hulp, de huisartsenpost of de wijkzorg gaan.”
Kleinsmann “Het is een complexe opgave. Ik zie de sociale veranderopgave in de zorg als een even grote opgave als de technologische. Als industrieel ontwerper koppel ik die altijd aan elkaar. Waar ik vaak tegenaan loop is dat men in de zorg graag een heel specifieke technologie voor die afdeling of voor dat ziektebeeld wil hebben. Maar als je weet dat patiënten chronisch ziek zijn en meerdere ziekten of comorbiditeiten (meer dan één (chronische) aandoening-red.) hebben, dan is het niet zo fijn als de huisarts een bepaalde tool meegeeft en het ziekenhuis weer een andere. Als we naar die regionale zorgnetwerken gaan, dan willen we juist dat die digitalisering over grenzen heen gaat. Dan hebben we het nog niet eens over het delen van data gehad. Als data ontsloten worden tussen zowel zorginstellingen onderling als tussen patiënten en zorginstellingen, dan kunnen we veel beter zicht krijgen op de progressie van een ziekte alsmede het gedrag van mensen in relatie tot die progressie. Als we daar vervolgens predictiemodellen op kunnen ontwikkelen en loslaten, dan kunnen we met die digitalisering een enorme kwaliteitswinst halen.”
Kuipers “Zeker. Er zijn ontzettend veel manieren. Even voor het idee, de zorg is tot op de dag van vandaag zeer arbeidsintensief. Het aantal mensen dat een zorgvraag heeft is in de loop der jaren steeds verder gestegen. We leven langer en er zijn dus ook steeds meer mensen met een langdurige ziekte. Het aantal mensen dat in de zorg werkt is ook gestaag gegroeid. Op dit moment werken ongeveer 1 op de 6 mensen met een baan in Nederland in de zorg. Als we zo doorgaan, zou dat in 2040 maar liefst 1 op de 4 mensen moeten zijn. Dat gaat niet, dus met dezelfde hoeveelheid mensen die we nu hebben moeten we meer zorg gaan leveren en daarnaast meer aan preventie doen. Een andere manier om de druk te verlagen is om regionale zorgcoördinatiecentra in te zetten. Dat zijn een soort verkeerscentra waar realtime en continu overzicht is van de beschikbare zorgcapaciteit. Hoe druk is het op de huisartsenpost? Hoeveel bedden hebben we? Hoeveel hebben we beschikbaar in het verpleeghuis? Hoeveel in het ziekenhuis? Hoe druk is het op de spoedeisende hulp? Waar zijn de ambulances? Daarmee krijg je een overzicht en kun je zorgen dat mensen zoveel mogelijk direct worden geholpen door de juiste professional. In plaats van dat ze eerst naar de spoedeisende hulp, de huisartsenpost of de wijkzorg gaan.”
Kleinsmann “Het is een complexe opgave. Ik zie de sociale veranderopgave in de zorg als een even grote opgave als de technologische. Als industrieel ontwerper koppel ik die altijd aan elkaar. Waar ik vaak tegenaan loop is dat men in de zorg graag een heel specifieke technologie voor die afdeling of voor dat ziektebeeld wil hebben. Maar als je weet dat patiënten chronisch ziek zijn en meerdere ziekten of comorbiditeiten (meer dan één (chronische) aandoening-red.) hebben, dan is het niet zo fijn als de huisarts een bepaalde tool meegeeft en het ziekenhuis weer een andere. Als we naar die regionale zorgnetwerken gaan, dan willen we juist dat die digitalisering over grenzen heen gaat. Dan hebben we het nog niet eens over het delen van data gehad. Als data ontsloten worden tussen zowel zorginstellingen onderling als tussen patiënten en zorginstellingen, dan kunnen we veel beter zicht krijgen op de progressie van een ziekte alsmede het gedrag van mensen in relatie tot die progressie. Als we daar vervolgens predictiemodellen op kunnen ontwikkelen en loslaten, dan kunnen we met die digitalisering een enorme kwaliteitswinst halen.”
Kuipers “Tegen Maaike en haar collega’s zeg ik: durf als ontwerpers en als technici ook gewoon de lead te nemen. Want als je iedereen helpt met het uitvinden van hun wiel, dan eindigen we met een heleboel verschillende wielen in plaats van één rijdende fiets. Durf als technici te zeggen: we gaan iets maken wat bij iedereen zo goed mogelijk past. Ik ben ruim twintig jaar geleden in een ziekenhuis betrokken geweest bij het eerste elektronische patiëntendossier. Toen werd aan iedere individuele vakgroep gevraagd: hoe wil jij het graag? Dan gaan we een module maken voor jou. We eindigden met 240 verschillende modules die aan elkaar geknoopt moesten worden. Dat was niet te doen. Hoe dan wel? Je zou weer bij iedereen langs kunnen gaan en vragen wat voor functionaliteit nodig is, hoe ze verschillende aspecten waarderen, graderen en prioriteren. Op een gegeven moment heb je iets wat zo goed mogelijk bij iedereen past.”
Kleinsmann “Ik ben heel blij met het antwoord. Wij nemen daar ook al een positie in, maar we moeten tech-push voorkomen. Het is belangrijk om technologie samen met medici, zorgverzekeraars, patiënten en zorgmedewerkers van de toekomst te co-creëren en iedereen mee te nemen in het traject om de zorg te verbeteren. Zo hebben we binnen de Groeifonds Aanvraag bijvoorbeeld ook een plan gemaakt voor telecarecenters waar de data van de remote patient managementsystemen centraal geanalyseerd wordt; al dan niet met behulp van kunstmatige intelligentie. Hiermee willen we kijken of we slimme technologie zo kunnen inzetten dat de verpleegkundige in een nachtdienst even kan gaan slapen op het moment dat eigenlijk alle patiënten stabiel zijn, maar ook weer gewekt wordt als dat niet zo is. Daar willen we ook de werkdruk mee verminderen.”
‘Tegen Maaike en haar collega’s zeg ik: durf als ontwerpers en als technici ook gewoon de lead te nemen’
Kuipers “Tegen Maaike en haar collega’s zeg ik: durf als ontwerpers en als technici ook gewoon de lead te nemen. Want als je iedereen helpt met het uitvinden van hun wiel, dan eindigen we met een heleboel verschillende wielen in plaats van één rijdende fiets. Durf als technici te zeggen: we gaan iets maken wat bij iedereen zo goed mogelijk past. Ik ben ruim twintig jaar geleden in een ziekenhuis betrokken geweest bij het eerste elektronische patiëntendossier. Toen werd aan iedere individuele vakgroep gevraagd: hoe wil jij het graag? Dan gaan we een module maken voor jou. We eindigden met 240 verschillende modules die aan elkaar geknoopt moesten worden. Dat was niet te doen. Hoe dan wel? Je zou weer bij iedereen langs kunnen gaan en vragen wat voor functionaliteit nodig is, hoe ze verschillende aspecten waarderen, graderen en prioriteren. Op een gegeven moment heb je iets wat zo goed mogelijk bij iedereen past.”
Kleinsmann “Ik ben heel blij met het antwoord. Wij nemen daar ook al een positie in, maar we moeten tech-push voorkomen. Het is belangrijk om technologie samen met medici, zorgverzekeraars, patiënten en zorgmedewerkers van de toekomst te co-creëren en iedereen mee te nemen in het traject om de zorg te verbeteren. Zo hebben we binnen de Groeifonds Aanvraag bijvoorbeeld ook een plan gemaakt voor telecarecenters waar de data van de remote patient managementsystemen centraal geanalyseerd wordt; al dan niet met behulp van kunstmatige intelligentie. Hiermee willen we kijken of we slimme technologie zo kunnen inzetten dat de verpleegkundige in een nachtdienst even kan gaan slapen op het moment dat eigenlijk alle patiënten stabiel zijn, maar ook weer gewekt wordt als dat niet zo is. Daar willen we ook de werkdruk mee verminderen.”
‘Tegen Maaike en haar collega’s zeg ik: durf als ontwerpers en als technici ook gewoon de lead te nemen’
Kuipers “In Nederland nemen we een fantastisch voortouw in opleidingen medische technologie en technische geneeskunde. Dat zijn opleidingen die zorg en technologie bij elkaar brengen. Het betekent dat in het zorgteam van de toekomst, naast een verpleegkundige, arts en facilitair zorgmedewerker, ook een ontwerper, techneut en dataspecialist zit.”
Kuipers “Tegen mensen die in Delft studeren, heb ik weleens met een brede grijns gezegd: ‘Jullie zijn de dokters en de verpleegkundigen van de toekomst. Wees er trots op’. Zij mogen zichzelf rustig zorgverlener noemen.”
Kleinsmann “Ik denk ook dat door de digitalisering andere banen in de zorg ontstaan. Je hebt daar een nieuw soort medisch technicus voor nodig, maar in totaal hoop ik dat je niet meer mensen nodig hebt in de zorg.”
Kuipers “In Nederland nemen we een fantastisch voortouw in opleidingen medische technologie en technische geneeskunde. Dat zijn opleidingen die zorg en technologie bij elkaar brengen. Het betekent dat in het zorgteam van de toekomst, naast een verpleegkundige, arts en facilitair zorgmedewerker, ook een ontwerper, techneut en dataspecialist zit.”
Kuipers “Tegen mensen die in Delft studeren, heb ik weleens met een brede grijns gezegd: ‘Jullie zijn de dokters en de verpleegkundigen van de toekomst. Wees er trots op’. Zij mogen zichzelf rustig zorgverlener noemen.”
Kleinsmann “Ik denk ook dat door de digitalisering andere banen in de zorg ontstaan. Je hebt daar een nieuw soort medisch technicus voor nodig, maar in totaal hoop ik dat je niet meer mensen nodig hebt in de zorg.”
Kuipers “Als we het hebben over zorg en technologie, dan denken mensen heel snel aan een nieuwe scanner, een röntgenapparaat of een operatierobot. Wat Maaike en haar collega’s zo mooi laten zien, is dat het een ontzettend breed veld is. Het gaat niet alleen over bijzondere apparatuur, maar ook over data, predictiesystemen, monitoringsystemen en logistiek. Veel dingen gaan ook over ogenschijnlijk simpele oplossingen, die wel heel relevant zijn. Zo hebben mensen op hogere leeftijd regelmatig vier keer per dag oogdruppels nodig, maar kunnen die niet zelf toedienen. Dan moet er vier keer per dag een wijkverpleegkundige langskomen. Nu is er een speciale bril waardoor mensen zichzelf toch die druppels kunnen geven. Ook voor die technologieontwikkeling zijn mensen nodig.”
‘In het zorgteam van de toekomst zit ook een ontwerper, techneut en dataspecialist’
Kuipers “Technologie kan helpen bij de huisarts, de fysiotherapeut, de tandarts, de langdurige zorg, de verpleeghuizen, de wijkzorg, de geestelijke gezondheidszorg, de ziekenhuizen, de ambulancezorg. Op allerlei terreinen, op allerlei verschillende manieren. Zo heeft technologie de afgelopen periode geholpen om te zorgen dat ambulances qua diagnostiek, predictie en behandeling een soort ziekenhuis of spoedeisende hulp in het klein zijn geworden. Op een heel andere manier kun je data slimmer gebruiken, bijvoorbeeld voor de inzet van ambulances in een bepaalde regio.”
Kleinsmann “Een veelbelovende stap die wij willen zetten is het planbaar maken van de acute zorg. Daar hebben we al goede resultaten mee in de perioperative care. Als iemand ontslagen is na een operatie, dan kunnen we die heel goed thuisblijven monitoren. Op het moment dat er toch een heropname nodig is, dan had je die al zien aankomen en kun je de ambulance erheen sturen. Een ander voorbeeld is dat in de ambulancezorg heel vaak op afstand wordt meegekeken door een arts die kan inschatten of de patiënt moet worden meegenomen of dat hij in het kleine ziekenhuis van die ambulance geholpen kan worden. In dat laatste geval kan hij thuisblijven en misschien de dag erna zelf voor een check up naar het ziekenhuis gaan. Daar valt ook veel te verbeteren.”
Kuipers “Als we het hebben over zorg en technologie, dan denken mensen heel snel aan een nieuwe scanner, een röntgenapparaat of een operatierobot. Wat Maaike en haar collega’s zo mooi laten zien, is dat het een ontzettend breed veld is. Het gaat niet alleen over bijzondere apparatuur, maar ook over data, predictiesystemen, monitoringsystemen en logistiek. Veel dingen gaan ook over ogenschijnlijk simpele oplossingen, die wel heel relevant zijn. Zo hebben mensen op hogere leeftijd regelmatig vier keer per dag oogdruppels nodig, maar kunnen die niet zelf toedienen. Dan moet er vier keer per dag een wijkverpleegkundige langskomen. Nu is er een speciale bril waardoor mensen zichzelf toch die druppels kunnen geven. Ook voor die technologieontwikkeling zijn mensen nodig.”
‘In het zorgteam van de toekomst zit ook een ontwerper, techneut en dataspecialist’
Kuipers “Technologie kan helpen bij de huisarts, de fysiotherapeut, de tandarts, de langdurige zorg, de verpleeghuizen, de wijkzorg, de geestelijke gezondheidszorg, de ziekenhuizen, de ambulancezorg. Op allerlei terreinen, op allerlei verschillende manieren. Zo heeft technologie de afgelopen periode geholpen om te zorgen dat ambulances qua diagnostiek, predictie en behandeling een soort ziekenhuis of spoedeisende hulp in het klein zijn geworden. Op een heel andere manier kun je data slimmer gebruiken, bijvoorbeeld voor de inzet van ambulances in een bepaalde regio.”
Kleinsmann “Een veelbelovende stap die wij willen zetten is het planbaar maken van de acute zorg. Daar hebben we al goede resultaten mee in de perioperative care. Als iemand ontslagen is na een operatie, dan kunnen we die heel goed thuisblijven monitoren. Op het moment dat er toch een heropname nodig is, dan had je die al zien aankomen en kun je de ambulance erheen sturen. Een ander voorbeeld is dat in de ambulancezorg heel vaak op afstand wordt meegekeken door een arts die kan inschatten of de patiënt moet worden meegenomen of dat hij in het kleine ziekenhuis van die ambulance geholpen kan worden. In dat laatste geval kan hij thuisblijven en misschien de dag erna zelf voor een check up naar het ziekenhuis gaan. Daar valt ook veel te verbeteren.”
Kuipers “Zeker. Heel erg. Een van de dingen die dat heeft versneld is dat we een tekort aan capaciteit hadden om covid-patiënten in het ziekenhuis te helpen. Toen hebben veel partijen mensen thuis een box gegeven met zuurstof en medicijnen. Bovendien werd je van afstand gevolgd, waardoor een enkele verpleegkundige in plaats van vier patiënten, er tientallen kon volgen.”
Kuipers “Het kan. Met technici in de lead, zeg ik dan maar even met een grijns voor Delft Matters.”
Kuipers “Zeker. Heel erg. Een van de dingen die dat heeft versneld is dat we een tekort aan capaciteit hadden om covid-patiënten in het ziekenhuis te helpen. Toen hebben veel partijen mensen thuis een box gegeven met zuurstof en medicijnen. Bovendien werd je van afstand gevolgd, waardoor een enkele verpleegkundige in plaats van vier patiënten, er tientallen kon volgen.”
Kuipers “Het kan. Met technici in de lead, zeg ik dan maar even met een grijns voor Delft Matters.”